Over de Romeinse havens en kadewerken van Voorburg en Goedereede
DEEL 1 (van 2)
door Mark Driessen en Jeroen van Zoolingen
Meer nog dan tegenwoordig, kenmerkte het Nederlandse kustgebied zich in de Romeinse tijd als een nat landschap. De Noordzee, de grote rivieren en de vele geulen en kreken die erop uitkwamen waren dominant aanwezig. In deze tijd is al intensief gebruik gemaakt van de mogelijkheden die deze waterwegen boden. Recent onderzoek naar de Romeinse stad Forum Hadriani (Voorburg-Arentsburg) en een belangrijke handelsnederzetting te Goedereede heeft dan ook aangetoond dat deze nederzettingen voorzien waren van insteekhavens en kadewerken.
Kadewerken en beschoeiingen
Tussen de Rijn- en de Maasmonding werd rond het jaar 50, maar mogelijk zelfs eerder, een kanaal gegraven, het zogenaamde Kanaal van Corbulo (De Kort/Raczynski-Henk 2008). Dit kanaal vormde een binnenvaartroute die achter de duinen lag en het transport over water vereenvoudigde. Langs deze vaarroute lag het huidige Voorburg, de Romeinse stad Forum Hadriani. De Universiteit van Amsterdam begon in 2007 met de verwachting hier een paar nog onbekende woonwijken van deze kleine Romeinse stad op te graven. Na een paar dagen werd al duidelijk dat in dit deel van de stad geen huizen en gebouwen lagen. Er werd hier namelijk een 110 meter lange en 28 tot 41 meter brede geul gevonden die langzaam met klei was dichtgeslibd (afb. 1). Aan de zijkanten van de geul – waarschijnlijk oorspronkelijk een uitloper van het Gantel-krekensysteem – is een aantal rijen kadewerken aangetroffen. Deze bestonden uit meterslange vierkante palen van 30 cm dik eikenhout die in de bodem geheid waren. Diverse Romeinse auteurs beschrijven de techniek van het heien waarbij gebruik werd gemaakt van de fistuca, een antieke heimachine. Het heien is niet de enige vorm van civiele techniek die hier heeft plaatsgevonden; de geul blijkt namelijk in de Romeinse tijd minimaal drie keer te zijn uitgebaggerd. Toen men in en rond deze geul ook nog handels- en scheepsgerelateerde voorwerpen vond was het duidelijk; men was een Romeinse haven aan het opgraven. Jammer genoeg is maar een deel van de haven opgegraven en kon de aansluiting op het kanaal van Corbulo niet onderzocht worden. Toch zijn alleen al in dit beperkte deel bijna honderd Romeinse kadepalen aangetroffen. De eiken palen zijn perfect bewaard gebleven en jaarringonderzoek wijst op een constructiefase van 160 en een van 210 na Chr. (afb. 2) Uit dit houtonderzoek is ook gebleken dat er sprake is van drie herkomstgebieden. Een aantal van de palen is afkomstig uit Nederland, maar het merendeel is aangevoerd vanuit het gebied rond de Rijn in Midden- en Zuid-Duitsland.
De kadewerken in de Oude Oostdijkpolder te Goedereede zijn van een andere soort dan die in Voorburg. In plaats van een insteekhaven met zwaar gefundeerde kade betreft het hier een beschoeide natuurlijke waterloop. Deze natuurlijke waterloop is een circa 16 m brede kreek met rond de nederzetting een aantal zijtakken. De kreken zijn beschoeid met meerdere palenrijen. Deze beschoeiing is langs de hoofdkreek zwaarder uitgevoerd (in rijen van drie tot vier palen dik) dan langs de zijkreken. Ongetwijfeld is dit gedaan ter voorkoming van het afkalven van de oever en kade door erosie als gevolg van getijdenwerking, maar de palen lijken ook de basis te hebben gevormd voor een stelsel van plankieren. In de relatief natte omgeving vormden ze langs de oevers een stabiele ondergrond waarover personen liepen en dieren, karren en ladingen verplaatst konden worden. Al tijdens het veldwerk in de jaren ’50 is Trimpe Burger op zoek gegaan naar vergelijkbare situaties. In afbeelding 3 is zo een historische parallel van een beschoeide getijdenkreek te zien. Hoewel er geen duidelijke sporen van zijn aangetroffen, kan zelfs de mogelijkheid van steigers niet worden uitgesloten. Enkele palen werden namelijk niet als onderdeel van de beschoeiing aangetroffen, maar bevonden zich juiste enkele decimeters in de kreekbedding.
Hoewel door post-Romeinse erosie de regio rond Goedereede grotendeels verspoeld is, wijst de aanwezigheid van kadewerken, opslaggebouwen langs deze kades en grote hoeveelheden importen op het gebruik van de kreek als vaarroute. De precieze loop van deze vaarroute zal waarschijnlijk nooit meer duidelijk worden. Het vervolg ten noorden van de Maasmonding lijkt in ieder geval het kanaal van Corbulo te zijn geweest. En langs deze route vervulde zowel Voorburg als Goedereede een belangrijke havenfunctie. Interessant zijn nu de vragen: wie waren er verantwoordelijk voor deze havens en waaruit bestond de handel die over de vaarroutes werd getransporteerd?
Literatuur
Bruin, J. de, G.P.A. Besuijen, H.A.R. Siemons, R.J. van Zoolingen, 2012: Goedereede-Oude Oostdijk. Een havenplaats uit de Romeinse tijd. Leiden.
Dhaeze, W., 2011: De Romeinse kustverdediging langs de Noordzee en het Kanaal van 120 tot 140 na Chr. Een onderzoek naar de rol van de militaire sites in de kustverdediging en drie casestudies over de militaire versterkingen van Maldegem-Vake, Aardenburg en Boulogne-sur-Mer, Gent (Academisch proefschrift Universiteit Gent).
Driessen, M.J./E. Besselsen (red.), 2012: Voorburg-Arentsburg: Een Romeinse havenstad tussen Rijn en Maas, Amsterdam (Themata 5).
Kort, J.W. de/Y. Raczynski-Henk, 2008: Plangebied Rietvinklaan 5, gemeente Leidschendam-Voorburg. Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (proefsleuven), Weesp (RAAPRapport 1428).