Bijna veertig jaar geleden vond ten zuidoosten van het dorp Valkenburg (ZH) een opgraving plaats die het onderwerp is van dit mini-artikel: ‘De Woerd’. Tegenwoordig is het gebied voor tuinbouw in gebruik, maar destijds vormde een grote ruilverkaveling de aanleiding voor het archeologische onderzoek. Ruim 2 ha werd opgegraven tussen 10 april en 4 november 1972. De opgravingen bevonden zich ten westen van de tegenwoordige provinciale weg N206, en net even ten oosten van het voormalige militaire vliegveld van Valkenburg.
Na afloop van de opgravingen zijn de grondsporen en de vondsten vrijwel onuitgewerkt gebleven. De archeologische bevindingen werden weliswaar summier gepubliceerd in enkele vaktijdschriften, maar het grote publiek bleef lang in het ongewisse. Die onwetendheid gold niet alleen voor de Katwijkse en Valkenburgse bevolking, maar ook voor de archeologen. Niemand wist eigenlijk precies wat er nu gevonden was op De Woerd. Wat voor bewoningssporen waren er herkend en uit welke periode? Het verhaal ging dat het waarschijnlijk een militaire nederzetting zou zijn, een kampdorp of vicus (meervoud vici) horend bij het Romeinse fort in het centrum van het dorp. Er zouden ooit allerlei gebouwen hebben gestaan en er moest een haven hebben gelegen. Maar hoe, wat, waar, wanneer en waarom was allemaal erg onduidelijk.
Daarin is hopelijk nu verandering gekomen; dat wil zeggen wanneer men de thans uitgewerkte resultaten bekijkt. Het synthetiserende rapport is gereed en gedeponeerd bij NWO en we zijn voornemens het boekwerk binnenkort in een beperkte oplage te laten drukken. Tegelijkertijd kan vermeld worden dat we plannen hebben in januari 2012 het publieksboek te doen laten verschijnen. Een tipje van de sluier wordt hier alvast opgelicht….speciaal voor romeinsekust.nl: de huizen van De Woerd.
De bewoning op De Woerd was er niet plotseling en in één keer, maar aan ontwikkelingen onderhevig. Toch kan globaal gezegd worden dat het beeld vanaf de Flavische periode tot het einde van de 2de eeuw niet spectaculair veranderde. De moeilijkheid bij het vaststellen van chronologie of opeenvolging door de tijd heen is dat gebouwen steeds op ongeveer dezelfde plek hebben gestaan.
Door grote en kleine verbouwingen maar ook door brand en later sloop zijn de sporen van verschillende bewoningsfasen heel moeilijk uiteen te rafelen. Daar komt nog eens bij dat het terrein is afgetopt in het verleden en er ca. 1 meter grond is verdwenen. En tot slot is het ook niet met de kennis van nu opgegraven maar met die van 40 jaar geleden. Alles bij elkaar geen sinecure om de geschiedenis van De Woerd te analyseren.
We hebben echter een vrij complete houten woonwijk kunnen reconstrueren. Binnen die woonwijk waren verschillende langgerekte percelen uitgezet. We vermoeden dat het Romeinse leger hier de hand in heeft gehad, als belangrijkste projectontwikkelaar langs de rijksgrens. Voor iedereen stond globaal dezelfde ruimte en omvang ter beschikking. Dat valt af te lezen uit de afmetingen van de stroken land die vaak ook nog mooie ronde getallen opleverde in de maatvoering van de Romeinse voet. De woonwijk bestond uit langgerekte huizen van ca. 6 meter breed en zo’n 35 meter lang. Ze zijn geheel uit hout-leem gebouwd want stenen fundamenten zijn niet aangetroffen. De eerste gebouwen verschenen in de laatste decennia van de 1ste eeuw op De Woerd. De huizen zelf zijn langgerekt en vrij smal. Wij hebben ze Romeinse rijtjeshuizen genoemd. In Engeland worden dit soort huizen striphouses genoemd en in Duitsland Streifenhäuser.
Kenmerk van deze ‘strookvormige’ rijtjeshuizen is dat ze dikwijls zij-aan-zij liggen, waarbij de lange wanden de scheiding vormden tussen de gebouwen. Vaak is een en dezelfde lange wand door aan weerszijden gelegen huizen gebruikt. Het was vastgelegd in Romeinse wetgeving dat men het recht had om de balken van je eigen huis in die van de buren te voegen of ertegenaan te bouwen of te stutten. De huizen hebben dan ook vermoedelijk een gezamenlijk dak gehad. Andere type gebouwen komen ook voor want soms zijn er smalle openingen of stegen tussen twee afzonderlijke huizen en heeft elk huis dus zijn eigen wanden en een eigen dak gebruikt.
Kortom, een Romeinse VINEX-wijk maar dan met enige variatie. Niet alle huizen waren even lang – ook door verbouwingen en toevoegingen -, en soms lagen er ook percelen braak. De exacte chronologie is moeilijk achterhaalbaar, vooral omdat opeenvolgende bouwfasen op nagenoeg dezelfde plek plaats hebben gevonden. Maar bijzonder is het wel voor Nederland, tenminste vanuit archeologisch oogpunt bezien, want hoewel bij elk castellum een dergelijke woonwijk moet hebben bestaan, kennen we maar bijzonder weinig plattegronden van dit soort vici langs de limes.
Afgezien van de rijtjeshuizen is er voorafgaand aan de woonwijk sprake van een haven en opslag. Ook zijn er specifieke ontwikkelingen rondom de doorgaande Romeinse limesweg onderzocht. Maar dit voert nu te ver voor dit mini-artikel. Wij houden u op de hoogte voor wat betreft het uitkomen van zowel het wetenschappelijke boek als het geplande publieksboek. Het grote werk is in elk geval achter de rug….op naar een nieuwe queeste!