Op 14 maart jl. sprak Tom Hazenberg over de recente ontwikkelingen van de Nederlandse limes en de initiatieven van de Romeinse Kust/The North Sea in Roman Times. Een van de conclusies was dat de limes met zijn lange onderzoeksgeschiedenis en ver uitgewerkte kennis vooral een manier moet vinden om een breed publiek aan te spreken (`find the audience’). Daarentegen zou de Romeinse Kust aan publiek geen gebrek moeten hebben. Duizenden toeristen en dagjesmensen genieten zomers van de zon en trotseren in de andere seizoenen wind en zandstormen op het strand en in de kuststreken. Voor de Romeinse Kust geldt dat er een aansprekend verhaal te vertellen moet zijn. Daarvoor is site-overstijgend onderzoek nodig. Dat wil echter niet zeggen dat op korte termijn niet begonnen kan worden met de eerste verhalen over de Noordzee in de Romeinse tijd.
Hazenberg trad op aan de Newcaslte University op uitnodiging van professor Ian Haynes in het kader van de uitwisseling tussen zijn Universiteit en de Universiteit Leiden. Hazenberg is sinds enige tijd als gastmedewerker verbonden aan de Faculteit der Archeologie. En het feit wil dat Hazenberg Archeologie en de Universiteit Leiden een project voorbereiden dat in het verlengde ligt van de Romeinse Kust. Tom Hazenberg en Carol van Driel-Murray beogen een project waarbij de Noordze in de Romeinse tijd centraal staat. Zij zoeken samenwerking met partners in landen die aan de Noorzee liggen zowel binnen het toenmalige Romeinse Rijk als ten noorden ervan. Dit project dat de werktitel The North Sea in Roman Times heeft meegekregen, is enthousiast ontvangen juist door Haynes en zijn universiteit. Tijden de presentatie waren naast vertegenwoordigers van de Newcastle Univeristy ook medewerkers van diverse andere organisaties die in gezamenlijkheid Hadrians Wall beheren en exploiteren, Hadrians Wall Trust, Tyne and Wear Archives and Museums en Vindolanda. Deze partijen hebben zich bereid verklaard mee te denken en het initiatief te ondersteunen waar mogelijk.
Hazenberg eindigde zijn presentatie met de constatering: two Dutch Roman lines, two approaches, two schedules… but one objective: an real integration of Roman archaeology and society for useful research leading to better sotiies for the people.