Liefde voor TS (Valkenburg de Woerd)

door Ester van der Linden

Voor een fan van terra sigillata is Valkenburg ‘De Woerd’ het Walhalla. Ik houd me al jaren intensief bezig met het bestuderen van terra sigillata. Je kunt me helemaal blij maken met een pottenbakkersstempel, een versierde scherf of een fragmentje van een bord of bakje waaraan je – op grond van dat éne kleine knikje of die specifieke standring – een heel nauwkeurige datering kunt geven.  Toen de gelegenheid zich voordeed om de terra sigillata van Valkenburg ‘De Woerd’ onder de loep te nemen, greep ik die uiteraard met beide handen aan.

De pottenbakkersstempels op de terra sigillata van ‘De Woerd’ waren tot nu toe het enige aardewerk dat van de opgravingen in de jaren ’70 was uitgewerkt en gepubliceerd. Op basis daarvan is de ontwikkeling van de nederzetting op ‘De Woerd’ gedateerd en gefaseerd (Bloemers & Sarfatij 1976). Het Odyssee-project bood de kans om meer aardewerk te bestuderen, om zo een completer en gedetailleerder beeld van de chronologische ontwikkeling van de nederzetting te krijgen.
Samen met studenten van de Universiteit Leiden (onder begeleiding van Jasper de Bruin) hebben we een deel van het aardewerk van ‘De Woerd’ bestudeerd en gedateerd. Een klein deel slechts van het aardewerk, want, er is – zoals gewoonlijk bij castella en bijbehorende vici – een enorme hoeveelheid vondstmateriaal aangetroffen. Door tijd en financiële middelen gedwongen hebben we ons beperkt tot het bekijken van aardewerk dat veel kansen tot relatief nauwkeurige datering biedt: terra sigillata, geverfd aardewerk en enkele vormen in ruwwandig aardewerk. Jasper en zijn studenten hebben vele dozen met onversierde terra sigillata, geverfde waar en ruwwandige borden doorgeworsteld. Ik heb me, samen met mijn assistent Klaartje Huijben, gestort op de versierde sigillata. Mijn collega Wouter Vos beet ondertussen soms zijn tanden stuk op het interpreteren van de sporen van ‘De Woerd’ (tijdens de noodopgraving niet altijd even helder geadministreerd).

Fragment van een Drag. 37 van Satto/Saturninus (ca. 100-170 n.Chr).

Ik heb mijn hart op kunnen halen aan versierde fragmenten uit allerlei windstreken, van La Graufesenque, via Blickweiler en Trier, tot Rheinzabern. Hoewel we ook hiervan slechts een deel hebben kunnen bestuderen, heeft het onderzoek wel geleid tot veel nieuwe inzichten en een nauwkeuriger datering van ‘De Woerd’. Zo blijken de huispercelen, die door Bloemers en Sarfatij pas vanaf het midden van de 2de eeuw na Chr. werden gedateerd, al uit de 1ste eeuw te stammen. Dat deed de grote hoeveelheid 1ste-eeuwse sigillatastempels en de verspreiding ervan, zoals die door Bloemers en Sarfatij was gepubliceerd, eigenlijk al vermoeden. Maar nu we het onderzochte aardewerk van toen én van nu voor het eerst konden koppelen aan de verschillende sporen van de opgraving, bleek onomstotelijk dat de haven met de bijbehorende opslaggebouwen al veel vroeger dan eerst gedacht moet hebben plaats gemaakt voor een nederzetting, die zich vervolgens in de loop van de tijd naar het zuiden toe uitbreidde.
Het was een leuke en interessante puzzel. Door het koppelen van het aardewerk aan de sporen ontrolde zich als het ware de geschiedenis van de vindplaats. Hoewel we ook regelmatig tegen de beperkingen van het onderzoek uit de jaren ’70 zijn aangelopen, hebben we denk ik toch een zinvol hoofdstuk aan het boek van Valkenburg ‘De Woerd’ kunnen toevoegen. En voor mij persoonlijk zal Valkenburg ‘De Woerd’ altijd verbonden blijven aan het prettige gevoel van ‘lekker nerdie’ puzzelen op de versierde sigillata.

Bloemers & Sarfatij 1976:
Bloemers, J.H.F. & H. Sarfatij, 1976: A Roman settlement at De Woerd, Valkenburg (South Holland), Report I: The potters’ stamps, BROB 26, 133-161.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized met de tags , , , , , , , . Bookmark de permalink.